groep 7
 
(Advertentie)
(Advertentie)
Een verzameling materiaal en oefeningen voor leerlingen en leraren. Zeer geschikt voor groep 7.

Met onderstaand programma kun je extra oefenen met de woordenschat van Taal in Beeld 2

 

Inloggen doe je met je wachtwoord van Basispoort. 

(Advertentie)

De advocaat = iemand die mensen helpt, als ze voor de rechter moeten komen

 

Het atelier = Werkplaats van een kunstenaar of kleermaker

 

Het comfort = Iets wat het leven makkelijker maakt

 

De dader = iemand die iets heeft gedaan wat niet mag

 

Het decor = de omgeving waar iets zich afspeelt, met alle dingen die erin staan

 

De decoratie = versieirng 

 

Het detail = een klein onderdeel van een groter geheel

 

Het dressoir = een lage en brede kast die meestal wordt gebruikt om glazen en kopjes in op te bergen

 

De entree = de ingang

 

De fauteuil = een grote stoel waar je lekker in kunt zitten

 

Het strafbaar feit = iets waarvoor je straf kunt krijgen

 

Fouilleren = onderzoeken of iemand verboden dingen bij zich heeft

 

De garderobe = plaats in een gebouw waar je je jas kunt ophangen

 

De getuige = iemand die bij een bepaalde gebeurtenis is geweest

 

Het interieur = hoe een gebouw er vanbinnen uitziet

 

Het meubilair = alle meubels bij elkaar 

 

Het jargon = de woorden die horen bij een bepaalde groep mensen

 

Medeplichtig = als je meedoet aan iets wat verboden is

 

Het niveau = de hoogte

 

Ondervragen = vragen stellen over een misdaad of een ongeluk

 

Oppakken = gevangennemen

 

De primeur = als eerste iets nieuws laten zien of bekendmaken

 

De rechter = een man of vrouw die beslist of iemand straf krijgt voor een misdaad of overtreding

 

Het signaal = een teken dat er iets gaat gebeuren of dat je iets moet doen

 

Het slachtoffer = iemand die iets akeligs heeft meegemaakt waar hij/zij niets aan kon doen

 

De taakstraf = werk dat iemand moet doen als straf voor een overtreding

 

Het urinoir = een soort wc met een hangende bak waarin mannen kunnen plassen

 

De vaktaal = woorden die horen bij een bepaald beroep

 

De verdachte = iemand van wie men denkt dat hij iets strafbaars heeft gedaan

 

De verklaring = een plechtige uitspraak waarmee iets bekendgemaakt of uitgelegd wordt

Met een aanwijzend voornaamwoord maak je duidelijk wat voor mens, dier, plant of ding je bedoelt. Je kunt dus als het ware precies aanwijzen wat je bedoelt (dit beest, deze trap, dat bos, die boom, zulke dieren, zo'n vogel)

 

Voorbeeld:

De jongen speelt met een bal. Deze is eigenlijk iets te zacht, zodat hij er niet goed mee kan schieten.

Deze = een aanwijzend voornaamwoord. Er wordt 'de bal' mee bedoeld.

 

Voorbeeld:

Wil je niet eens proberen om op deze kruk te zitten?

Deze = aanwijzend voornaamwoord

 

 

 

Voorbeelden van aanwijzende voornaamwoorden zijn: dit, deze, die, zulke

 

 

Dit en deze = dichtbij

Die en dat = verder weg

Als je een presentatie moet houden, moet je je goed voorbereiden:

 

Stap 1: Bepaal het onderwerp en zoek informatie

Stap 2: Maak een woordweb

Stap 3: Orden informatie

          - Maak netwerken van woorden of

          woordgroepen (kleuren van woorden die bij 

          elkaar horen, woordkast maken,

          woordparaplu)

Stap 4: Bepaal wat je gaat vertellen en in welke volgorde

 

 

Probeer bij het houden van je presentatie ook te improviseren. Dit betekent dat je iets zegt over iets wat je niet voor had bereid. Zeg bijvoorbeeld: ik denk dat schildpadden kleine visjes eten. 

 

 

(Advertentie)
Blok 2 - zwakke en/of sterke werkwoorden

Vragende voornaamwoorden:

 

Deze vragen naar een mens, een dier, een plant of een ding. 

 

De vragende voornaamwoorden die er zijn, zijn: wie, wat, welke en wat voor een

 

Wie loopt daar over straat? --> de jongen (een mens)

Wat eet een hond? --> brokjes (een ding)

(Advertentie)
Online schaken en dammen
Speel tegen iemand anders of tegen de computer.
(Advertentie)

Hieronder vind je de oude lijsten van Taal in Beeld. Inmiddels hebben we een nieuwe versie van Taal in Beeld. 

 

Aan de linkerkant van deze pagina kun je oefenen met Woordenschat in Beeld. Dit is een oefenprogramma voor de nieuwe Taal in Beeld.

(Advertentie)